« december 2007 | Main | februari 2008 »

31 januari 2008

gestikt in een wasbeer

Boven mijn muziekstandaard hangt een oude cartoon van Peter van Straaten. Je ziet een man en vrouw op de rand van een bed zitten. Hij heeft zijn arm om haar heen. Haar hoofd is een beetje gebogen, al kun je niet zien waarom. Pontificaal op de voorgrond, naast het bed, staat een monster van een koperen tuba. De man zegt: ‘Of zal ik eerst nog een stukje spelen?’
Ik weet niet waarom andere mensen stukjes en cartoons en columns uit de krant knippen, maar waarom ik het doe is duidelijk, als een boodschap aan mezelf: verbeeld je maar niks. Als je een koperblaasinstrument bespeelt ben je echt niet de erotische droom van de gemiddelde vrouw. Zoals Dorothy Parker ooit schreef: ‘Men seldom make passes/ at girls who wear glasses’, zo geldt voor sommige mannen (waaronder ik): ‘Weinig vrouwen azen/ op kerels die blazen.’
Dat valt niet mee voor een muzikant, want het hoort bij elkaar, muziek en seks. Alleen al omdat dat het voornaamste is waar het over gaat, in de auto op weg naar een optreden, in de kleedkamer én op het podium. Baby, you can drive my car. Get your mojo working. Sex machine. Let’s get it on. Niet subtiel, wel duidelijk: muzikanten zijn er klaar voor. Er zijn dan ook geen seksbeluster groupies dan muziekgroupies: vrouwen die met hun blote vuisten de ruitjes van de kleedkamer inbeuken, of die achteloos de gorrila’s bij de ingang van de kleedkamer even afzuigen, om in de buurt van hun idolen te komen.
Nu moet ik erbij zeggen dat het voor een jazzmuzikant meestal wat minder spectaculair is dan voor de meeste popmuzikanten, die groupies. Drie uur na afloop van het optreden, als de meeste popmuzikanten allang bezig zijn met het verbouwen van hun hotelkamer en het stikken in hun eigen kots, sta ik nog bij de bar om het meisje heen te draaien dat eerder die avond gevraagd had of ze misschien Summertime mee mocht zingen.
Ook wat de drugs betreft is het bij de jazzmuzikanten volkomen anders. Als je avond aan avond tweeduizend gitaar-decibellen voor je kiezen krijgt kun je wel wat medicinale steun gebruiken, maar de meeste jazzmuzikanten hebben, bij gebrek aan optredens in voetbalstadions en de bijbehorende geluidshinder, genoeg aan een jointje hier en misschien een pilletje daar. Zelf ben ik al helemaal geen liefhebber: toen ik een keer, na afloop van het optreden van Mister Velcro & the Plastic Quintet in het dorpshuis te Lamhuizen, op de parkeerplaats een joint toegestoken kreeg, en ik opgejut door het succes van de avond, een flinke hijs nam, gebeurde er eerst helemaal niets. Ik hield mijn adem zo lang mogelijk in - zo lang dat onze trompettist het benauwd kreeg en zei: ‘Je mag nu wel uitblazen.’ Ik blies de rook uit, maar ik voelde niets. Hoogstens kreeg ik een beetje warme voeten. Ik nam nog een paar trekjes, maar er gebeurde helemaal nakko, nichts, rien du tout, en ik lachte om de verzaligde gezichten van de bassist en de drummer. Zogenaamd knetterstoned. Jaja. Drugs, allemaal flauwekul was het, zij het dat ik inmiddels, behalve die ongelofelijk warme voeten, wel het gevoel had dat ik een wasbeer had doorgeslikt, die ergens bij mijn huig was komen klem te zitten. Een dikke, volgevreten wasbeer, die zijn bontpels verstikkend tegen mijn gehemelte duwde. Het werd een race tegen de klok. Gelukkig kregen ze me net op tijd thuis en met mijn hoofd onder de kraan.
Ik wou dat ik u meer kon vertellen over mijn wilde muzikantenleven, maar zoals ik al zei: ik was jazzmuzikant. Ik heb nooit een hotelsuite kort en klein geslagen, al heb ik wel hier en daar in wasbakken gepist. Ik heb nooit groupies gehad, als ik de moeder van Edwin Rutten even niet meetel. En ik heb nooit een spuit in mijn armen gehad, behalve voor een vaccinatie. Daar staat tegenover dat ik er nog steeds fantastisch uitzie, vergeleken met mijn vrienden uit de popscene; de meesten van hen lijken tegenwoordig op iets dat veel te lang in een plastic doos op de onderste plank van de koelkast heeft gewoond.

Posted by jaeggi at 09:23 am

30 januari 2008

Dat zeg ik!

Posted by jaeggi at 05:13 pm

de naam van de stadsdichter (slot)

Toe nou mensen. Zo moeilijk was het toch niet? De nieuwe Amsterdamse stadsdichter, Barre Knoert, schrijft ook wel onder het pseudoniem Rob te Knarre.
Meer mag ik echt niet zeggen.
Tot vanavond in Paradiso!

Posted by jaeggi at 09:48 am

28 januari 2008

de naam van de roo... eh, stadsdichter

Het wordt zo langzamerhand tijd de naam van de nieuwe Amsterdamse stadsdichter bekend te maken. Over twee dagen, op woensdagavond 30 januari a.s., draag ik in Paradiso mijn ambts... eh, dinges aan hem over.
Omdat iedereen ervan uitgaat dat ik wel zal weten wie mijn opvolger wordt, word ik de hele dag staande gehouden en met knipogen bestookt. En? En ? Wie wordt het? Kom... Toe... Maar waarom zou ik dat weten? Als stadsdichter heb je heus niet meer toegang tot de geheime vergaderzaaltjes van de gemeente dan als ambtloos burger. De komende twee dagen ben ik dus vrij onafgebroken op de radio en in lokale media aan het ontkennen dat ik weet wie het wordt (zie onder voor tijden en frequenties).
Dit doe ik omdat u, trouw lezer van dit weblog, het eerste recht op die naam hebt. Want natuurlijk weet ik verdomd goed wie het is.

Het is de bekende dichter, romanschrijver en ex-LIBRIS-prijswinnaar Barre Knoert.

Post Scriptum
Overigens is het niet zo, zoals op sommige literaire kletssites wel wordt gemeld, dat de nieuwe stadsdichter benoemd wordt door de centrale stad. De benoeming van de tweede stadsdichter komt van dezelfde autoriteit als de eerste stadsdichter. En zolang Amsterdam dat ingewikkelde en totaal overbodige stadsdelensysteem behoudt, zal de stadsdichter benoemd worden door stadsdeel Centrum, net als de Westerparkdichter benoemd wordt door stadsdeel Westerpark.
Andere stadsdelen hebben natuurlijk het volste recht hun eigen stadsdichter te benoemen - mits zij die netjes betalen - maar afgezien van enkele halfslachtige pogingen is daar tot nu toe niet veel van gekomen. Het valt ook niet mee, een stadsdichter aanstellen en begeleiden. Hulde dus aan stadsdeel Centrum voor het initiatief en het doorzettingsvermogen. Ik ben tot gek wordens verheugd dat men besloten heeft het stadsdichterschap voort te zetten, en ik weet zeker dat er na Barre Knoert ook een derde stadsdichter zal komen. En een vierde.

Interviews op de radio morgen 30 januari: tussen 12.02 en 14.02 in het VPRO-programma Cantina, presentator Jaap Boots, met een interview over het stadsdichterschap en de vorderingen aan mijn nieuwe roman, en mijn 10 favoriete platen aller tijden. Daarna om 15.30 in de uitzending bij Harmke Pijpers op BNR nieuwsradio.

Vanavond (of donderdagavond) is er een interview op radio 1, bij BNN, vanaf half 10. Ik weet even de naam van de interviewer niet, en ook de naam van het programma moet ik schuldig blijven, maar als u gewoon om half 10 vanavond afstemt op radio 1 komt alles vanzelf goed.

Posted by jaeggi at 08:14 pm

bedreigd bij de pinautomaat

Door mijn feilloze spamfilter krijg ik nog maar weinig kettingbrieven, en al helemaal geen brieven meer van Archiebald Kiboto, de Nigeriaanse advocaat en procureur die 50 miljoen in depot heeft om aan mij over te maken zodra ik een klein bedrag aan deviezenbelasting heb voldaan – dus ik was heel blij met deze klassieke bangmaker.

‘Indien U ooit gedwongen wordt om geld af te halen aan een geldautomaat om daarna te overhandigen aan uw belager, weet dat ALS U UW PINCODE ACHTERSTEVOREN INBRENGT (b.v. indien uw code 1234 is dient U 4321 als code in te tikken). De machine erkent dat U de code met opzet achterstevoren hebt ingevoerd. U krijgt inderdaad het geld maar tegelijkertijd wordt de politie verwittigd dat U bedreigd of bestolen wordt. De politie kan U in dit geval dus te hulp komen. Deze nuttige informatie werd via de TV vrijgegeven en het blijkt dat slechts weinig mensen hiervan op de hoogte zijn.’

Heerlijk. De krukkige grammatica. Het lukrake gebruik van leestekens. Dat uitbundige hoofdlettergebruik, dat de psychische toestand van de makers goed weergeeft. En natuurlijk de prachtige trekkebenende vertaling naar het Nederlands, vanuit god weet welke taal.
Kortom: ik was in een opperbest humeur door dit prachtexemplaar, ik las hem nog eens genietend over, en toen ging ik fantaseren. Ik stond bij de pinautomaat, met een pistoolloop in mijn rug (of een harde vinger, je weet het nooit precies) en probeerde mijn pincode achterstevoren in te voeren. Het pistool drukte nogal pijnlijk tussen mijn tweede en derde rib, dus concentreren viel niet mee. Toen ik aan het eind was wist ik bij god niet wat ik had ingetikt.
Mijn fantasie stopte abrupt toen ik tot de ontdekking kwam dat er bij het achterstevoren invoeren van mijn pincode een soort kortsluiting was ontstaan, waardoor mijn pincode uit mijn geheugen was gewist. 2558? 8225? 8522? Ik kon vooruit noch achteruit.
Daarom deze waarschuwing (het is heel serieus en blijkt dat maar weinig mensen ervan op de hoogte zijn): PROBEER DEZE METHODE NIET! Het is een TRUC om je je PINCODE TE LATEN VERGETEN!

Posted by jaeggi at 09:44 am

25 januari 2008

blinkend metaal

de jonge blonde vrouw die zich over haar fiets
buigt draagt een beugel, zo'n buitenboordmodel
tegen haar weke lippen, blinkend metaal
neemt het op tegen vlees, de wereld is onbegrijpelijk
en horendol en zij richt zich op en zij is niet jong
en zij heeft haar handen vol en draagt
daarom gemakshalve haar leesbril tussen haar tanden

Posted by jaeggi at 11:51 am

24 januari 2008

een goed milieu

Het is met het milieu als met oude tantes: je denkt er het liefst zo min mogelijk aan, maar zo’n twee keer per jaar krijg je even last van je geweten. Dan besteed je er trouw wat aandacht aan, al word je er niet vrolijker van: het blijft altijd sukkelen en nooit hebben ze eens goed nieuws. Zelfs het goede nieuws is slecht nieuws.
Vorige week stond in de krant de kop: het gaat goed met het milieu in Nederland., met daaronder het bericht: de meeste milieu-afspraken zullen overigens niet gehaald worden. Boetes uit Brussel zullen ongetwijfeld volgen. Was dat nou goed nieuws of slecht nieuws? Even verwarrend was het bericht dat de konijntjes dreigden uit te sterven. Ja, en? Waren die beesten niet een plaag voor boeren en dijken? En nu zou ineens blijken dat we niet zonder kunnen? Hoezo niet? We gaan toch niet ineens doen alsof we nog natuur hebben in dit land? Goed, we hebben de Veluwe, we hebben de Biesbosch, en ergens tussen industrieterrrein Moerdijk en verkeersknooppunt Oudenrijn schijnt nog een aardig stukje moerasdelta bewaard gebleven te zijn, maar laten die beesten nou niet denken dat ze in Nederland nog iets te vertellen hebben. Alles wat er aan natuur rest in dit land is door mensenhanden gemaakt, en daar heeft Moeder Natuur geen poot voor uitgestoken. Of bent u zo iemand die in een mooi kluitje knotwilgen nog de hand van God wil zien? Het spijt me voor u, maar milieu en natuur valt tegenwoordig onder de Dienst Infrastructuur en Beheer. Die draaien hun hand niet om voor het creëeren van een compleet ecosysteem. Een mooi voorbeeld: het Rietlandpark in Amsterdam, waar een ambitieus project op touw gezet is. Het Rietlandpark is een enorm verkeersplein – vandaar de naam - geheel bestaand uit glas, beton en verkeerslichten. De komende maanden gaat men hier de natuur dwingen te integreren – als het moet met harde hand. Allereerst worden er tussen de nieuwbouw en de snelwegen 1 miljoen bloembollen geplant. Die moeten, als de berekeningen kloppen, voldoende stuifmeel produceren voor zes bijenvolken die hoog boven het verkeer op een enorme tafel staan. Die bijen vormen dan weer het voedsel voor zwaluwen, die zich, zo is het plan, gaan nestelen in de door het beroemde ontwerpersduo Claus & Kaan ontworpen design-nestkastjes aan de Fred Petterbaan.
Wat mij het meest fascineert aan dit project, behalve de vraag wie Fred Petter was: er moet dus ergens in Amsterdam een ambtenaar rondlopen die erop toeziet dat alle betrokkenen zich netjes houden aan de regels van het ecosysteem. Die dus keiharde maatregelen moet nemen tegen de zwaluwparen die zich, tegen álle afspraken in, ergens anders vestigen dan op de Fred Petterbaan. En die aan de bijen uitlegt dat het niet de bedoeling is dat ze zich te pletter vliegen op het snelverkeer dat 24 uur per dag over het plein raast.
Een lief plan is het, maar zou het niet eerlijker en goedkoper zijn om gewoon te erkennen dat we eigenlijk prima zonder natuur kunnen? Iedere Nederlander heeft graag een tuintje, maar voorbij de coniferen en heesters is er niemand die gelooft in het verdedigen van het milieu. Geen politicus gaat er nog voor op de barricaden - nou ja, behalve de Partij voor de Dieren, uit religieuze overtuigingen.
De paling is al uit Nederland verdwenen, de kokkels en konijnen volgen binnenkort: laten we niet nu ineens sentimenteel gaan doen over de rest. Al die lastige, ingewikkelde schakels uit de voedselketen: wat heb je er eigenlijk aan? Panda, Siberische tijger, blauwe vinvis en nog wat schilderachtige soorten mogen natuurlijk blijven, en alle eetbare dieren ook, maar konijnen en andere knaagdieren, slangen en meer van dat slijmerige kruipspul: waarom niet gewoon elimineren? Deelnemers aan de voedselketen die hierdoor in problemen dreigen te komen worden door Greenpeace en het WNF in ruime mate voorzien van sojakoeken.


Posted by jaeggi at 09:16 am

22 januari 2008

geheel door producten omringd

‘Ik ken de droefenis van copyrettes’, schreef Menno Wigman in Dit is mijn dag (2005). Het is een schrijnend gedicht – maar Wigman is niet tot de droeve bodem gegaan. Laat me u meenemen naar Marktplaats.nl.
‘Laptop armada 7400 laptop heeft 6 gig hardeschijf. Heeft nu een klein defect beeld is niet duidelijk meer. Een lampje brand niet als een externe beeldscherm sluit zie je wat meer.’
Heren politici, u bent toch op zoek naar wat er leeft onder de ‘gewone mensen’? Neem eens een kijkje op Marktplaats.nl. Daar leert u wat de gewone Nederlander bezighoudt. Daar ziet u hoe ze een bankje kochten toen het jong en schattig was, en een paar maanden later tot hun schrik met een loeder van een bankstel zaten opgescheept. ‘Supergrote en extra diepe bank model Fantasy. Plm een half jaar oud. Inclusief de vier grote sierkussens. Breedte van de bank is 2.5 meter en diepte is 1.30 meter. Kortom: een geweldige lounge bank. Bank bestaat uit 2 gedeeltes die aan elkaar gekoppeld zijn. Kan anders geen huiskamer in.’
Wat deze mensen ooit bezield heeft om de bank aan te schaffen weten ze zelf ook niet meer. Ze weten alleen dat ze een half jaar lang alleen de huiskamer in konden via de tuindeuren.
Een tweede eigenschap van de gewone Nederlander: hij is niet in staat aan meer dan één bankstel tegelijk te denken. Als hij warm en rozig terugkomt van een dagje meubelboulevard, met in zijn binnenzak de kwitantie van de nieuwe bank die vrijdag bezorgd zal worden – dán pas ziet hij de oude trouwe leverkleurige driezitter die nog in zijn huiskamer hurkt.
Zoals je in de rouwadvertenties tussen de regels door kunt lezen dat de overledene er zelf een einde aan heeft gemaakt – ‘we hopen dat hij nu eindelijk de rust heeft gevonden enz… - zo pik je de bezitters van twee bankstellen er ook zo uit, op Marktplaats. ‘Wegens overcompleet’: alsof ze op een ochtend beneden kwam en zagen dat de skai hoekbank verdorie wéér gejongd had. ‘Wegens samenwonen’, want het eerste waar jonge geliefden aan denken is het wegwerken van de bedbankjes waarop zoveel eenzame tranen zijn geschreid. En dat zijn dan de lichte gevallen. Soms lees je een regelrechte noodkreet: ‘Zwart leren 3-zitsbank met beschadiging bovenop rugleuning van kattennageltjes. Verder nog prima in orde. Omdat vandaag onze nieuwe bank is binnengekomen, hebben we de bank buiten moeten zetten. Hij is gratis af te halen, maar wel snel, anders is er niets meer van over.’
En daarmee komen we op een volgende eigenschap van de gewone Nederlander: hij denkt dat er altijd wel iemand is die zijn oude rotzooi wil hebben. ‘Complete 2dehands PARACHUTE - Stratostar in rood en wit. Ouder model, te ouderwets om tegenwoordig nog mee te parachutespringen. Wordt regelmatig gebruikt als decoratiemateriaal. Is ook uitstekend geschikt om mee te vliegeren, een partytent van te maken of bijzondere kleding te fabriceren.’
Je ziet ze zitten op hun nappa bankstel, 20 vierkante meter felgekleurde parachutezijde op schoot. ‘Je kunt er bijvoorbeeld ook een schitterend tafelkleed van maken,’ zegt zij opgewekt. Hij knikt. Ja lieverd.
Of deze: ‘Aangeboden dubbele kipfilet zonder binnen haasje/ in dozen van 12 kg (2x6 kg) diepvries/ tht datum april 2008.’
Ergens in Nederland zit iemand op hete kolen, of om precies te zijn: op een gigantische partij ingevroren kipfilet die hij binnen nu en april 2008 kwijt moet.
Ik ben geen sentimenteel mens. Toch zal ik de komende twee maanden vaak aan deze Nederlander moeten denken: ‘Zou hij die kipfilet al verkocht hebben?’
Een andere Nederlandse dichter, F. Starik, schreef de sublieme regels: ‘Hier zit ik in mijn afgeleefde keuken/ geheel door producten omringd/ Ik moest maar gewoon zeggen wat ik zag./ De doorgezaagde tafel, die anders niet zou passen.’
En dat dan vermenigvuldigd met een paar miljoen: dat zijn wij.


Posted by jaeggi at 11:22 am

20 januari 2008

afo


Doodgaan is het weggooien van een ervaren machine. Daarom zo indruisend tegen.

Posted by jaeggi at 07:16 pm

19 januari 2008

mijn nieuwe opdrachtgever

‘Ik kan wat parmantig overkomen,’ had hij gezegd, toen we per telefoon onze eerste afspraak maakten en ik vroeg naar een detail waar ik hem aan kon herkennen.
Het bracht mij in een moeilijk parket. Niet alleen is parmantigheid moeilijker te herkennen dan bijvoorbeeld een wijnvlek of een horrelvoet, maar stel dat hij op het moment dat ik het terras betrad, juist even niet parmantig zou zijn? Of wat ook heel goed mogelijk was: stel dat er nog meer mensen parmantig op het terras van de zon zaten te genieten? In een stad als Amsterdam gebeuren de gekste dingen.
En stel, dacht ik, steeds zorgelijker, dat ik hem wél meteen zou herkennen aan zijn parmantige houding, en linea recta op hem afliep, zou hij dan niet direct begrijpen dat ik hem had herkend als ‘die parmantige’? Was dat wel een goed begin voor een eerste gesprek met mijn nieuwe opdrachtgever?
Het moeilijke was dat ik niet wist of hij zijn parmantigheid met trots droeg, als een soort geuzennaam, of dat hij eronder gebukt ging. Misschien had iemand hem ooit parmantig genoemd, en kon hij zich daar maar niet van losmaken, in die mate dat hij het tegenwoordig maar bij voorbaat zei, zodat mensen niet zouden schrikken als ze hem ontmoetten: ‘Ik wist niet dat je zo parmantig was. Nee, als ik dat had geweten…’
Het zou waarschijnlijk het beste zijn, bedacht ik, om me ergens aan de rand van het terras op te stellen en opzichtig zoekend in het rond te kijken tot hij mij opmerkte. Het enige gevaar was dan dat hij zou zeggen: ‘Had je me niet gezien dan? Ik had toch gezegd dat ik parmantig was?’

Uiteindelijk loste het probleem zich vanzelf op. Toen ik het terras betrad zat daar een man van onraadbare leeftijd, die met ernstige blik de bierviltjes op zijn tafeltje bestudeerde, alsof hij grote twijfels had over de kwaliteit van het drukwerk.
Het was me direct duidelijk dat dit hem moest zijn. De Engelse schrijver T.H. White heeft het ergens in Arthur, the Once and Future King over de Vorst van de slotgracht (een snoek), een heerser die ‘jong en oud’ tegelijk is, ‘gretig en uitgeput, met een droef oog, dat immer blikkert van ambitie’.
Nadat ik mij had voorgesteld, en wij een bestelling geplaatst hadden - hij stelde voor alvast aan de bitterballen te beginnen. Ik keek op mijn horloge en zag dat het half twaalf was – praatten wij lang over kranten, columns en deadlines. Tijdens het gesprek gaf zijn gsm om de vier minuten een nerveus gilletje, waarna hij even op het displaytje keek, een wegwuifgebaar naar het toestel maakte en tegen mij zei: ‘Ga door.’
Uiteindelijk was de middag al een heel eind gevorderd voor wij afscheid namen. Hij ‘moest nu echt weg’ (de frequentie van gsm-gilletjes was opgelopen tot één per minuut) en ik had op het terras een voorgangster bij het blad zien zitten, die onderzoekende blikken in onze richting wierp. Ongetwijfeld zou zij mij ter verantwoording willen roepen over het overnemen van haar rubriek. Ik nam snel afscheid en haastte mij met afgewend hoofd langs de Amstel. Mijn nieuwe opdrachtgever moest de andere kant uit. Toen ik omkeek was hij al afgeslagen richting de ruïnes van de Wibautstraat en dat nieuwe restaurant waar het altijd zo vol is. Zodoende heb ik niet kunnen vaststellen of hij parmantig liep, want het loopje, zo wordt gefluisterd, daar kun je een parmantige feilloos aan herkennen. Ik vrees dat het een van de vele geheimen is die ons pas in het hiernamaals geopenbaard zullen worden.

Posted by jaeggi at 10:32 am

17 januari 2008

slaaplied

Je wachtte op dromen van melk en van snoep
op je rug in een bed dat te groot voor je was.
Bij je hoofdkussen dromde een schimmige troep
vaag bekenden: heel scherpe vogels van glas

een slang zonder ogen, een vijfpotig schaap
en een huilende aap hurkten ’s nachts bij je bed
en een monster dat kweelde van slaap, kindje, slaap.
Je lakens omwonden je lijf als een net.

Als je riep, en je stem in de nacht hoorde drijven
was er niemand die kwam, en die uitleggen kon
waarom je moet slapen en niet wakker mag blijven,
een die bij je bleef onder de kwijnende zon.

Je ontgroeide dat bed. En nu zul je beweren
dat je niets zo erg mist als die jaren van rust
toen je slapen kon zonder de slaap te begeren
onbekend met de dromen van kennis en lust.


Posted by jaeggi at 11:20 am

16 januari 2008

de nieuwe stadsdichter van Amsterdam

Dit is nog strikt geheim, dus graag mondje dicht allemaal.
Welnu: de nieuwe stadsdichter van Amsterdam is bekend. Het is een man en hij is niet zwart, maar verder is er niets op hem aan te merken. Ik ben blij dat hij het doet, en ik zie ernaar uit om na twee jaar mijn functie aan hem over te dragen. Dit zal gebeuren tijdens het Weerwoordfestival, tijdens het Gedichtenbal, 30 januari in Paradiso.
Voorafgaand aan het bal zullen Bart Moeyaert (stadsdichter van Antwerpen) en ik onze bundels stadsgedichten presenteren, en in discussie gaan met Gerrit Komrij (Dichter des vaderlands b.d.) over het schrijven van gedichten voor volk en vaderland.
Onderdeel van het programma is ook een optreden van Theo Nijland, die mijn laatste stadsgedicht op muziek heeft gezet en het voor de opening van het bal zal zingen.
Mijn laatste avond als stadsdichter breng ik door op het podium met drie mannen die ik bewonder - als jullie nou ook nog allemaal komen kan het helemaal niet meer stuk.

Woensdag 30 januari, Paradiso, Gedichtenbal, v.a. 19.00 uur.
€ 10,- incl. lidmaatschap/ € 7,50 op vertoon van VPRO backstagepas
Kaartverkoop via SSBA of bij Paradiso.

Posted by jaeggi at 02:05 pm

al mijn opgedronken lenzen

Elke ochtend als ik mijn ogen open is het of ik ’s nachts in een aquarium gevallen ben. De spijlen van het bed, de groene boom buiten, de kamerjassen aan de deur lijken bossen wuivende kelp. De bank waarop onze kleren in slordige bergen liggen is een soort vaag koraalrif. Pas als ik op de tast mijn bril gevonden heb – net een glimmend kreeftje – wordt het aquarium weer een kamer.
Ik heb links –10 en rechts –9. Dat was tenminste de stand bij de laatste meting door de opticien, maar ik vermoed dat ze sindsdien weer slechter zijn geworden, want ik kan uithangborden op honderd meter niet goed meer lezen, en dat kon ik twee jaar geleden nog wel. Ik weet dus al twee jaar dat mijn ogen slechter worden, maar ik kom er niet toe een nieuwe test te doen. Sterker nog: ik heb al drie keer een afspraak gemaakt bij de opticien, en drie keer ben ik niet komen opdagen.
Ik heb al slechte ogen vanaf de lagere school. Klassiek geval: mijn prestaties gingen ineens hard achteruit, en aangezien ik al een tijd niet op mijn hoofd gevallen was waren er twee mogelijkheden (ADHD, dyslexie en NLD waren nog niet uitgevonden): óf ik was te stom, óf ik zag niet goed. Ik werd een paar banken naar voren geschoven en verdomd, ineens haalde ik weer zessen in plaats van vijven. Dit herhaalde zich een paar keer, tot ik helemaal vooraan in een bankje met mijn neus tegen het bord gedrukt zat.
Ik heb gekrijst en geschreeuwd toen ik die eerste bril kreeg. Zelfs als ik hem wegmoffelde op schoolavonden bleef je herkenbaar als brildrager door je uilenblik en de dieprode moeten bij je neus. Vierdeklassers herkenden een brildrager op vijftig meter afstand. Ze kwamen voor je staan en lieten je je bril opzetten, waarna zij hem in je gezicht ramden.
Contactlenzen waren een hele opluchting. Kapotte glazen had je niet meer, dus hoefde je ook niet meer weken door een barst naar de wereld te kijken, totdat je ouders vonden dat je genoeg gestraft was voor het breken van weer een glas. In plaats van al die gebroken glazen kreeg je oogbollen die voortdurend traanden en aanvoelden alsof iemand er met een schuurpapiertje overheen was gegaan. Tot een gisse opticien voorstelde om het eens met zachte lenzen te proberen.
Paradisum! Eindelijk was je net als iedereen! Ook je liefdesleven knapte er enorm van op: al na een week mocht je blijven slapen bij een meisje dat je daarvoor geen blik waardig had gekeurd. Je had weliswaar je lenzendoosje niet bij je, maar een glas water werkte ook. Je zette het glas naast je hoofdkussen, waar je het terugvond toen je ontwaakte na een hete, zweterige nacht, met dorst als een kameel.
Ach, al mijn opgedronken lenzen. Je zou er een satelietschotel voor het ontvangen van Al Jazeera van kunnen bouwen. Bovendien ging zo het grootste plezier van zo’n ochtend verloren: te zien hoe zij het bed verliet. Sanne Wallis de Vries heeft ooit in een interview gezegd dat ze liever niet ‘s ochtends bloot haar bed uitkwam, tot ze zich realiseerde dat het niks uitmaakte, omdat haar vriend – die kennelijk even slechte ogen heeft als ik – toch niks van haar zag, behalve een vleeskleurige schim die richting wc bewoog. Dat beeld herken ik wel.
Nu ligt al een paar jaar mijn genezing vlak om de hoek. Voor vijfduizend euro heb je 98 % kans op perfecte ogen. Dertig jaar geleden zou ik het meteen gedaan hebben. Stél dat ik het geld bij elkaar krijg, stél dat ik de operatie doe, en stél dat die lukt: dan word ik op een ochtend niet wakker in een aquarium, maar in de echte, heldere wereld. Maar het idee dat ik al die tijd heb rondgelopen in een schemerige onderwaterwereld, terwijl ik slechts één klein sneetje verwijderd was van goede ogen - ik denk niet dat ik die gedachte zou kunnen verdragen. Zo makkelijk horen de dingen niet te gaan.
Bovendien heeft het voorbij je veertigste weinig zin meer, zei de oogarts: weliswaar konden mij ogen nog best naar 0-0 gelaserd worden, maar de week erna zou ik al een leesbril nodig hebben.
Hij lachte erbij.
ik heb die hippe rechthoekige bril van hem gewoon netjes op zijn neus laten staan en ben kalm de spreekkamer uit gewandeld. Er is wel voor minder de Nobelprijs voor de Vrede uitgereikt.


Posted by jaeggi at 01:15 am

15 januari 2008

pers en publiciteit

Een van de minder aangename kanten van het schrijverschap is het moment dat er nieuwe auteursfoto's gemaakt moeten worden. De altijd ronkende, vraatzuchtige publiciteitsmachine vraagt er nu eenmaal om.
Ik was tot nu toe heel tevreden met de foto's die Keke Keukelaar van me gemaakt had, maar de uitgeverij wilde weer wat anders, dat meer aansloot bij het boek waar ik aan bezig ben. Ze hadden een of andere hippe buitenlandse fotograaf gevraagd, en ik moest er helemaal voor naar Reykjavik. Voor een simpele foto!
Natuurlijk ben ik blij dat mijn uitgevers kosten noch moeite sparen om mijn werk aan de man te brengen - maar ik vraag me soms af of dat hele publiciteitscircus niet een beetje doorgedraaid is.
Hoe dan ook, de foto is klaar en is te bewonderen op deze site (ik zou 'm in een apart venster openen, vanwege de instructie hieronder):

Klik op: 'the earth from above' (onder Photographs).
Klik op: 'Europe' (rechts)
Klik op het plaatje op de onderste rij, derde van links (het blauwe plaatje met de spikkels, zeg maar).
Die vent op zijn rug, in het midden: dat ben ik.

Posted by jaeggi at 10:22 am

14 januari 2008

de positieve kant

Wij kwamen thuis met een fles wasmiddel die om zijn dop een doorzichtig ruimtehelmpje droeg. We kregen geduldig uitgelegd dat het ging om het zogenaamde wasbolletje, dat je volschenkt met wasmiddel en vervolgens tussen het te wassen wasgoed plaatst.
‘Maar daar hebben we toch zo’n, zo’n eh... vulvakje voor?’ vroegen wij. Een ander woord voor vulvakje diende zich even niet aan. Klopt, de machine had van zichzelf al een vulvakje, voor voor- én hoofdwas, in extreme gevallen was er zelfs een extra vulvakje voor wasverzachter, maar de ruimtehelm was er voor bedoeld om de wasmiddelen nóg regelrechter met het wasgoed in aanraking te laten komen.
Even voelden wij de aandrang los te barsten in een tirade over nutteloze vooruitgang e.d., maar toen zagen wij in de inmiddels gestarte machine het bolletje vrolijk door het tollende wasgoed dartelen, en wij besloten het deze week allemaal van de positieve kant te bekijken. Daarnaar gingen wij dus op zoek, de positieve kant.


Posted by jaeggi at 10:01 am

10 januari 2008

omega 9

‘Wat eet je daar?’
‘Broodje warme worst. En ik heb nog een broodje makreel in de bestelling.’
‘Weet je niet dat dat helemaal vol zit met vet? Wil je per se een hartverzakking? Gooi weg, man.’
‘Afbijven met je fikken. Vet is goed voor je, tegenwoordig.’
‘Welnee! Het meeste is slecht. Je hebt meervoudig en enkelvoudig onverzadigd vet. Enkelvoudig kan er mee door, als je er niet teveel van eet.’
‘En meervoudig?’
‘Slecht. Behalve als het goed is. ’
‘Zit je nou te fokken?’
‘Nee, luister nou. Je hebt Omega 9 vetzuren, die zijn heel slecht. Omega 3 en Omega 6, die zitten in olie en zo…’
‘Olijfolie.’
‘Nee, juist niet. Olijfolie bevat enkelvoudige onverzadigde vetzuren.’
‘Slechte.’
‘Nee, goede. Of in elk geval beter dan meervoudige onverzadigde vetzuren.’
‘Zoals makreel.’
‘Nee. Ja! Precies! Dat wil zeggen: meervoudig onverzadigde Omega 3 vetzuren. Wat kijk je nou raar naar me?’
‘Ik voel ineens zo’n koppijn opkomen.’
‘Waarschijnlijk een gebrek aan Omega 6. Loop even mee naar mij thuis, krijg je een kopje saffloer-olie.’
‘Ik zie ook ineens allemaal regenbogen om alles heen.’
‘Luister, zo moeilijk is het niet. Ik weet een paar goeie ezelsbruggetjes. Verzadigde vetten – luister je? – spel je met de V van… Nou? Van Vijand. Vvvverzadigd vvvet is je vijand. Dus vlees, eieren, kaas, boter: allemaal dierlijke vvvvetten die niet goed voor je zijn.’
‘Dus makreel is slecht.’
‘Nee, goed.’
‘Makreel is ook een dier.’
‘Ja, maar niet een landdier.’
‘Dus alleen vet van landdieren is slecht.’
‘Eh…’
‘Want dat zeg je dus net.’
‘Waar was ik? Dan heb je dus ook nog onverzadigd vet, en dat is goed. Behalve soms.’
‘Maar hoe hou ik die twee dan verdomme uit elkaar?!’
‘Luister dan! Je hebt verzadigd en onverzadigd vet…’
‘Daar begint het dus al. Dat kan ik al niet uit mekaar houden. Bij verzadigd vet denk ik: da’s helemaal volgepropt, dat kan niet goed zijn. Dus verzadigd vet is slecht.’
‘Verzadigd vvvvet is je vvvvvvijand. Klopt.’
‘Maar bij onverzadigd vet denk ik: daar ontbreekt iets aan. Daar mis ik essentiële voedingsstoffen. Bovendien hou je na een onverzadigde maaltijd een onverzadigd gevoel, dus dan ga je maar weer uit de ijskast eten. Dus onverzadigd vet is ook slecht.’
‘Alleen als het enkelvoudig is.’
‘Bij enkelvoudig denk ik aan Light. Light-chips, light-cola, dat enge dieetspul. Enkelvoudig, piepschuim. Geen enkele voedingswaarde. Dus enkelvoudig, in mijn boekje: slecht.’
‘Nee, niet helemaal goed, maar helemaal fout is het ook niet. Maar ik zal het simpel voor je houden: het enige wat je eigenlijk hoeft te onthouden is dat meervoudig onverzadigd goed is voor…’
‘Bij meervoudig onverzadigd denk ik aan een dieetklas vol hele dikke moeders die met een handtas vol repen naast hun stoel zitten te wachten tot de pauze zodat ze zich in de plee kunnen gaan volproppen.’
‘Het enige dat je moet onthouden is dat je Omega 9 vetzuren moet vermijden en Omega 3 en Omega 6 kunt eten.’
‘Bij Omega 3 denk ik aan piepkleine ontploffende space-shuttletjes in mijn bloed, zoals in die film met Dennis Quaid, hoe heette die ook weer? Bij Omega 6 denk ik aan aliens die je ontvoeren om je geslachtsdelen te demonteren en weer in elkaar te zetten, en die je daarna terugsturen naar de aarde met geheimzinnige metalen kogeltjes in je hersenen zodat je de rest van je leven honger hebt maar eten helpt niet.’
‘Maar niet alle vetzuren…’
‘Bij vetzuur denk ik aan die kop van jou.’

Posted by jaeggi at 10:41 am

09 januari 2008

ze zijn overal

Dit gebeurde vanochtend bij u thuis nadat u de deur uitging naar uw werk.


Posted by jaeggi at 11:00 am

07 januari 2008

vanochtend bij de koffieautomaat

'Mogge.'
'Beste wensen.'
'Ja, nou je 't zegt, jij ook de beste wensen voor 2008, 't mag nog net geloof ik.'
'Nou, gisteren was het driekoningen, volgens mij is het daarna...'
'Nee, na driekoningen moet je de kerstboom weg hebben, anders brengt het ongeluk.'
'O, ja. Haha. Hee hallo, ook goeiemorgen.'
'En de beste wensen natuurlijk voor jullie ook.'
'Ja, de beste wensen!'
'Dat het maar een mooi 2008 moge worden.'
'Ik zeg net tegen mijn collega hier, het mag nog net.'
'Wat mag nog net?
'De beste wensen wensen.'
'Ja, haha.'
'Is het anders verboden dan? Ik wou trouwens een capuccinno, kun jij even op die knop drukken?
'Nee, niet verboden, maar het mag toch maar tot een zeker moment? Beste wensen?'
'O ja? Interessant. Nee, geen kaneel, dank je.'
'De espressoknop op dit ding is trouwens nog steeds kapot, zag ik.'
'O, Nou. Wat je een goed begin noemt.'
'Goeiemoggel! De beste wensen!'
'Jij ook de beste wensen Guus.'
'Ja, de beste wensen.'
'Druk even op de dubbele espressoknop, wil je? Zeg, weten jullie dat jullie hier hartstikke illegaal staan'
' ... '
'De krant niet gelezen vanochtend? Vanochtend ingegaan, samenscholingsverbod voor groepen van drie of meer personen. En ik tel hier, een, twee...'
'Oei, dan ren ik maar snel terug naar mijn bureau. Voor die ouwe Van Vemden ineens langskomt. '
'Eigenlijk is het al te laat. Jullie zijn betrapt tijdens samenscholen, dus misschien moet ik dit toch maar even melden bij de directie.'
'Haha, die Guus. Hij is goed hoor.'
'Nou, sterkte vandaag.'
'Ja, jullie ook. En nog de beste wensen!'
'Ja, haha, nou is ie wel weer mooi geweest, die Guus, samenscholingsverbod, goeie dagen, rotweer, kut-Ajax, niet vergeten te bellen, waar is die perforator, mompel, mompel, mompel...'



Posted by jaeggi at 11:55 am

05 januari 2008

slegs vir vrouwen (2)

Ik kreeg vrij veel reacties op het bericht hieronder, vrijwel allemaal met de genuanceerde boodschap: zeikerd, wat is er in hemelsnaam mis met een literaire prijs voor vrouwelijke schrijvers?
Nou, niks.
Behalve dat de prijs precies het tegenovergestelde bereikt van wat ze beoogt: vrouwen eerlijker kansen bieden.
Op de website van de Anna Bijns Prijs staat als rechtvaardiging: 'Nog steeds wordt kwalitatief hoogstaande Nederlandstalige literatuur van vrouwen nauwelijks opgemerkt door literaire jury’s. De laatste keer dat een vrouwelijk auteur de Libris Literatuur prijs kreeg toegekend, was in 1994. De laatste keer dat een vrouwelijk auteur bekroond werd met de AKO Literatuurprijs was in 1995.'
Ja, en?
De laatste keer dat de AKO-prijs door een neger werd gewonnen was, o, in...
Het is toch niet waar zeker? DE AKO-PRIJS IS NOG NOOIT DOOR EEN NEGER GEWONNEN!
Snel, een literaire prijs voor negers!

Volgens de initiatiefnemers van de Anna Bijns Prijs worden vrouwen gediscrimineerd als het om literaire prijzen gaat. Terwijl het eerder een simpel geval van statistiek is: als er in een land zeven keer zoveel mannelijke als vrouwelijke schrijvers zijn (het kan een paar procenten schelen), dan is de kans dat een literaire prijs door een man wordt gewonnen aanzienlijk groter. Dat heeft niets te maken met de kwaliteit van de meedingende schrijvers (zoals wij allen weten zegt het winnen van een AKO- of LIBRIS-loterij bitter weinig over de literaire kwaliteit van een boek), en alles met de kwantiteit.
Wat de directie van de Anna Bijns Prijs zou moeten doen is niet de bestaande schrijfsters belonen, maar nieuwe schrijfsters stimuleren. Hoe meer schrijfsters, hoe meer kans dat er een wint.
Maar wie ben je als winnares van de Anna Bijns Prijs? De beste schrijver onder de vrouwen. Dat is hetzelfde als het winnen van een race waarvan de helft van de deelnemers niet mee mocht doen omdat ze al teveel prijzen gewonnen hadden. Je bent de beste van de stumpers die anders niet konden winnen. Ik kan me niet voorstellen dat je dat een eer vindt.

En nou niet gaan roepen dat vrouwen en mannen ook gescheiden sporten en schaken. Wat schrijven betreft zijn we allemaal even goed, ongeacht ons geslacht (dat zijn niet mijn woorden, dat vinden hullie van de Anna Bijns Prijs.)


Posted by jaeggi at 11:02 pm

04 januari 2008

slegs vir vrouwen


Aanstaande zondag wordt in het AVRO-radioprogramma Opium de winnares van de Anna Bijnsprijs bekendgemaakt). Kanshebbers op de prijs van 10.000 euro en een lichtelijk fallische plastiek zijn o.a. Marja Brouwers, Kristien Hemmerechts, Margriet de Moor, Marja Pruijs en Wanda Reisel. De jury van de Anna Bijns Prijs 2007 bestaat uit, nou ja, enzovoort.

Gewetensvraag aan mijzelf: zou ik als schrijver meedingen naar een prijs waarvoor alleen mannen in aanmerking komen?
Nee, natuurlijk niet.
Dat was een hele makkelijke vraag.


Posted by jaeggi at 02:05 pm

03 januari 2008

mijn agenda op 3 januari 2008, of: voor je het weet is alles weer begonnen

senior bellen (71/72?)

deadline het leven: geen mooier dagboek dan -

where home is aangekomen

Sara & Fransje

where home is (doorgestreept)

If we want to see where we went wrong
We needn't look to far,
For where we'll be and where we've been
Is always where we are.

(Th B)

Posted by jaeggi at 01:25 pm

02 januari 2008

de ayatolla en de paus

... en nog enkele anderen zenden hun nieuwjaarswens.

Posted by jaeggi at 04:09 pm