« god | Main | bericht van de bouwvakkers »

22 november 2004

rota nostra

Aan het IJ, bij het Stenen Hoofd, staat een eenzaam reuzenrad. Ideetje van een projectontwikkelaar: op deze plek verrijzen in de komende jaren tienduizenden koopwoningen, en die moeten verkocht worden, het liefst bij voorbaat. Dus staan er op de woestijnachtige vlakte een paar plastic cabines met een puntdak, een soort kabouter-clubhuisjes, hangen er pakjes verwaaide en verregende folders rond, er is modder, en er is, als publiekstrekker, dus dat reuzenrad.
Rota Nostra.
In het midden van het rad blinkt een klavervier aan en uit, en ongeveer tweederde van de gekleurde lampjes aan de spaken doet het nog. In het hokje aan de voet van het rad zit een oude kermisklant, die vraagt wat er op dat moment in hem opkomt, voor een ritje. Vier euro met zijn drieën, geen geld als je het mij vraagt.
‘Hoe vaak wil je rond? Drie of vier keer?’ Ik begreep best dat hij het vroeg: het werd al donker, het was vinnig koud en af en toe kwam er een vlaag ijsregen vanaf het IJ, die de verveloze parasol waarin we plaats hadden genomen onrustig deed schommelen.
‘Vier keer!’ gilde mijn gezelschap.
Uiteindelijk gingen we negen keer op en neer. De kermisklant zette ons aan en verdween toen in de container achter het rad, waar hij met een tang en een paar kabels in de weer ging. Steeds als we beneden waren en bleek dat we nóg een rondje mochten krijsten we van opwinding, maar als we dan weer klommen werden we stil. Rechts lag het IJ, waar speelgoedbootjes op en neer tuften, en links Bickerseiland, waar ze speciaal voor ons de lichtjes in de huizen en op de bruggen hadden aangedaan.
Heel in de verte, boven Amsterdam-Noord, hing een gemene bui. Het was goed te zien hoe het in Amsterdam-Noord op de daken kletterde, en hoe de mensen daar hoofdschuddend in hun huizen zaten. En we zeiden tegen elkaar dat het allemaal leek op een speelgoedspoorbaan, met kleine fietsertjes en stoplichtjes en een stationnetje, alles van gips en lijm. En we hielden onze adem in toen we weer naar beneden draaiden, maar de kermisklant was nog bezig met zijn draad en zijn tangen en we mochten nog een keer.
In Amsterdam, aan het IJ, bij het Stenen Hoofd.

jaeggi om 22 november 2004 09:37